Deel 5
Zondag 17 september 1944 deel 5
Men stuurde een van de mannen naar buiten om voor vervoer te zorgen. Ze hadden een hooiwagen en dachten als we iets hebben om hem voort te trekken kunnen we iedereen naar Veghel brengen. Het eerste incident vond plaats vlak bij het kasteel. Sergeant Clive Barney, de foerier, wilde vervoer hebben om de hulpgoederen te transporteren. Er kwamen Duitse vrachtwagens aan die door de Amerikanen beschoten werden. Na een kort gevecht waren ze in hun bezit en nog goed bruikbaar. Ze werden uitgeladen. Uit een van de wagens viel een krat en brak open, het zat vol geld, maar er was geen tijd om het te verzamelen. De wagens werden geladen met de hulpgoederen.
De groep, die richting Veghel vertrok, werd geleid door de B compagnie. De A compagnie dekte de flanken en de C compagnie dekte de aftocht. De hoofdkwartier-compagnie bevond zich in het midden van de formatie. Gedurende de tocht naar Veghel waren er verder geen incidenten. In Veghel zelf was geringe weerstand, welke spoedig gebroken was. De B compagnie moest het zuidoosten van Veghel verdedigen, de A compagnie de brug over- het Zuid-Willemsvaartkanaal en de C compagnie de spoorlijn.
Toen luitenant Howard Holt van de regimentsgroep in Veghel aankwam, meldde hij aan Kinnard dat hij schoten had gehoord bij het kasteel. Hoewel Kinnard het verhaal niet zo serieus nam, zond hij als voorzorgsmaatregel 1ste luitenant Clark Howell en enige manschappen op onderzoek uit. Terwijl de groep op weg was naar het kasteel, was kapitein David Kingston op het kasteel nog bezig met de gewonden. Hij hoopte vlug naar Veghel te kunnen vertrekken, zodra de hooiwagen getrokken kon worden.
Een van zijn mannen, die hij hiervoor op pad had gestuurd, kwam na enige tijd terug met een Duitse ambulance die was buitgemaakt. Er lagen twee Duitse gewonden in die werden begeleid door een chauffeur en een militaire arts. De ambulance werd achteruit naar de kasteelpoort gereden en ontdaan van de Duitsers.
De hooiwagen werd naar voren geduwd om aan de ambulance gekoppeld te worden. Opeens zagen ze dat in de kasteellaan ongeveer vijftig Duitsers in rijen van twee op hen afkwamen. Ze gingen terug achter de poort en wachtte op wat zou komen. Hoewel de Rode Kruisvlag uithing en er niet op hen geschoten werd, schoten de Duitsers twee mortier granaten af die terecht kwamen op de binnenplaats van het kasteel. Niemand werd gewond. Kapitein William Burd vroeg wat er aan de hand was en iemand vertelde hem van de Duitsers. Hij zei dat hij wilde ontsnappen via de muur om de kasteeltuin.