Deel 8

Deel 8

Zondag 17 september 1944 deel 8

De eerste lege transportvliegtuigen kwamen alweer terug vliegen toen opnieuw honderden vliegtuigen overkwamen met een vrachtzweefvliegtuig eraan. Zo iets had men nog nooit gezien. Wat een mooi gezicht. Er werd wat in de lucht geschoten en enige transportvliegtuigen werden in de omgeving neergeschoten. De zweefvliegtuigen waren blijkbaar al losgekoppeld en zweefden naar beneden.

Een zweefvliegtuig kwam achter Heeswijk bij het kasteel neer. Achter Veghel en Schijndel stortten enige vliegtuigen neer. Al dit heen en weer vliegen van de vele honderden, ja duizenden vliegtuigen, duurde voort tot ongeveer 17:00 uur. Geen schot werd gehoord. In de Abdijstraat stond een Rode Kruis troep, zenuwachtig, bezweet, blij en gul vanwege de afwezigheid van de Duitsers.

Het eerste wat opviel was de eigenaardige kleding, een soort gummi pakken met overal zakken, zware helmen en uitgerust met geweren, machinegeweren, automatische pistolen, revolvers, dolken, handgranaten en munitie, veel parachutes, levensmiddelen, telefoonkabels enz. De twee Duitsers, die de bewaking verzorgden van de opslagplaatsen voor generatorhout in Dinther en Heeswijk trokken onmiddellijk weg toen de parachutisten daalden.

Door het dorp stroomden de Amerikanen vanaf het kasteel op weg naar Vinkel". Ze liepen in twee rijen langs de weg, waakzaam met het geweer in de hand. Daar kwam een lid van de ondergrondse aan met een rode band die zei: "Mensen, ga aan de kant van de weg staan". Iedereen was enthousiast. Iedereen wuifde met de zakdoek.

De soldaten knikten vriendelijk en lachten. In Dinther gingen H. v.d. Ven en Andre v.d. Bogaard, met een oranje band om de Amerikanen tegemoet en gaven hen de nodige inlichtingen. Vele mensen uit het publiek kregen Amerikaanse sigaretten, welke gretig werden opgestoken. Iedereen zag men roken. Zulke fijne sigaretten had men hier in geen jaren meer gerookt. Men was blij geweest met de "eigen teelt" sigaretten en tabak.

 

Aan de soldaten gaf men tomaten, fruit en drinken. De parachutisten bleven maar aankomen en honderden soldaten liepen door onze dorpen in de richting van Veghel. Ze staken steeds twee vingers op in de vorm van het V-teken.

Ook waren er enige gewonden bij, die niet goed meer konden lopen. Anderen hadden hun gezicht vol schrammen. Maar dat was het ergste niet. Men schatte het aantal parachutisten op ongeveer vijfhonderd. Ook zag men al enige boerenwagens rijden waarop zij hun munitie hadden geladen.