Deel 1

Deel 1

Het Bombardement van Dinther: dinsdag 26 september 1944

Er lagen Duitsers op Beugt. Ook bij Jan van Houtem, Piet Heerkens (cafe), Henricus van Doorn, Wijgergans, Dries Verhoeven en Johan van Zon waren Duitsers ingekwartierd. 's-Morgens om circa 9.45 uur een hevig granaatvuur. Men hoorde het gieren van de granaten en daarna de ontploffingen. Norbert Langemeijer stond op dat moment met pastoor Lathouwers te praten op het plein voor de pastorie; ze zochten zo spoedig mogelijk dekking in de kelder van smid C. Nelissen . Zijn vrouw was gelukkig ook niet thuis. Ze was op dat moment bij landbouwer A. Juijn, waar hij haar met het gezin van Juijn in de kelder aantrof. Hij was opgelucht, want zijn huis was nogal deerlijk gehavend; het dak was door een voltreffer geraakt en verder als het ware doorzeefd; een groot gat in de oostgevel en voorts waren de binnenmuren en de plafonds van de keuken en de slaapkamer doorzeefd.

Het meisje Wouters de Weerd dat bij Langemeijer diende had gelukkig de tegenwoordigheid van geest gehad de kelder in te gaan en hoewel haar daar nog een granaatscherf achterna kwam, kwam zij er met de schrik vanaf. Het huis was op het eerste gezicht nagenoeg onbewoonbaar. Bijna alle pannen waren eraf. De woningen  van H. Verhagen en L. Dirkx liepen nogal wat schade op.

Ook de garage van A. van der Meijden en de boerderij van B. Wijnen werden getroffen. Door het granaatvuur viel er een slachtoffer in Dinther, nl. Leonardus Dirkx, zoon van Lambertus Dirkx, directeur van de zuivelfabriek en Maria Henrica van de Mortel hij werd door wegspringende granaatscherven getroffen in het bovenbeen en de buik en bloedde langzaam dood.

Hendrikus Verhagen en Franciscus Verheijen raakten gewond. Beiden werden naar de Abdij gebracht. Jan Verheijen was aan zijn been gewond. Dr. Lebeau was spoedig ter plaatse en verleende de eerste hulp. Pastoor Lathouwers diende beide gewonden het H. Oliesel toe, waarna beiden werden overgebracht naar het ziekenhuis in Veghel. Vooral Franciscus Verheijen had veel pijn. De woningen van H. Verbakel te Heeswijk(het postkantoor), de garage van Ant. v.d. Meijden, de woning van L. Dirkx en de woning van H. Verhagen waren ook beschadigd door dit granaatvuur. Tegen 12.00 uur volgde evenwel een nog grotere ramp. Dinther werd toen gebombardeerd door Typhoons, wel zeven maal vlogen die over de kom van het dorp en telkens lieten ze bommen vallen en vuurden ze met hun boordwapens. Nu waren er nog meer slachtoffers te betreuren. De bedoeling was om de Duitsers in de Laverdonk uit te schakelen. Men had zich moeten oriënteren op de Kildonkse molen op Beugt, maar men maakte een enorme vergissing door de molen van Van Eerd als uitgangspunt te nemen. Cor van Laanen had de gegevens van Grard Dijkhoff doorgegeven aan de Britten, maar die kozen de verkeerde molen uit.

Onderduiker Martin van de Weyer verhaalde dit bombardement als volgt: "Nog even ga ik naar buiten om 'n foto te maken, het is tien voor twaalf. Juist als ik de opname in de zoeker van het toestel heb en op het punt sta af te knippen, begint het verschrikkelijkste bombardement dat ik ooit heb meegemaakt. Acht Britse Typhoon-jagers komen over gedonderd op hoogstens twintig meter en schieten met alle kanonnen. mitrailleurs, smijten bommen.....in een woord verschrikkelijk. Bevend lig ik tegen de muur gedrukt in de zandbak van Sjef v.d. Meijden(de buurman). Als ze over zijn, zoek ik naar een andere schuilplaats; alle deuren en ramen van het huis zijn echter op slot. Opnieuw komen ze aangedoken, hun moordend vuurspuwend. lk denk niet meer of minder, of het is afgelopen met me. Wat een ogenblikken. Er knettert eigens vuur, mensen gillen, huizens torten in. Als het na zeven keer gedoken te hebben even stil is in de lucht, hol ik naar de kelder van de andere buurman en weet me daar in veiligheid te brengen. Even daarna arriveert secretaris Langemeijer daar ook, hij was in huis gebleven en had zich kruipend eerst naar de eigen kelder begeven. Het huis is weer geraakt, maar het staat nog stevig overeind en er is geen spoor van brand. Een boerderij tegenover ons is afgebrand d.w.z. staat in lichterlaaie. Het is een triest en droevig toneel; angstig hollende mensen,  bakfietsen langzaam rijdend, een deken overeen roerloze massa.