Deel 1
Maandag 18 september 1944 deel 1.
De nacht was nogal onrustig geweest; de Duitsers schenen verwoede tegenaanvallen gedaan te hebben en rukten vooral op langs het kanaal. Toen op maandag 18 september1944 de Duitsers weer door het dorp trokken was de stemming dan ook neerslachtig. In de morgen was zwaar geschut in werking in de richting Veghel. Er was een zware strijd om de spoorbrug.. In het dorp Heeswijk verscheen nu en dan een Duitser. De kelder van het gymnasium werd langzaam aan ontruimd, want iedereen wist: Wat nu weer Duits is moet eens weer Amerikaans worden. Toch was men vol goede moed. De Amerikanen zouden het niet bij de corridor laten.
De Amerikanen van gisteren verwachtten de tanks van het landleger vannacht al. De kelder van het gymnasium werd ingericht met instrumenten voor operaties en medicamenten. Bij Mieke van Hasselt had zich een parachutist verborgen, hij vertelde dat hij mormoon was. George Phillips, de telefonist, die de avond tevoren voor de pastorie van Heeswijk zijn werk had verricht ging op zijn dooie gemak naar Dinther. Hij was in de winkel van Rijkers en stond op het punt te vertrekken, toen Sjaan de Jong zei: "Daar komen je kameraden aan". Het bleek echter een noodlottige vergissing te zijn. Hij wilde zich bij zijn vermeende landgenoten voegen, maar het waren geen Amerikanen, het was een groep van circa vijftig Duitsers, die uit de Laverdonk waren gekomen. Zonder gelegenheid te geven zich over te geven werd de Amerikaan omstreeks 11:30 uur pardoes doodgeschoten voor de woning van de bakker M. Rijkers te Dinther. Later werd hij op het kerkhof van Dinther begraven.
Ook bij het kasteel waren Duitsers. Ze schoten een C-47 vliegtuig aan dat in Berlicum neerstortte. De bemanning bestond uit luitenant F. Couse, luitenant L. Stafford, sgt. C. Olson en sgt. A. Broidy, zij kwamen allen om. De glijder van dit vliegtuig werd tijdig losgekoppeld en kwam zonder veel schade terecht op de Dreef nabij de Heeswijkse bossen. Deze had als piloot luitenant J.D. Randolph. Verder waren twee doktoren, vijf hospitaalsoldaten en een jeep-trailer aan boord. Deze bemanning werd op een boerderij verborgen. Spoedig daarna daagden de luchttreinen weer op.
Het was geweldig wat er over trok. Maar op vrij korte afstand liet zich het afweergeschut horen, zodat het raadzaam was voorzichtig te zijn. Dat begrepen ook de Duitsers. die in een auto de "Hoge Pad” nu Dr. Boutkanstraat afreden om onder het geboomte van de Donkeren Dijk dekking te zoeken. Tussen Heeswijk en Middelrode landde die middag nog een Waco-glider met ongeveer twaalf inzittenden. Na een korte schermutseling moesten zij zich overgeven en werden afgevoerd naar Den Bosch.
Martien Heerkens verhaalde zijn belevenissen van deze voormiddag aldus: Maandagmorgen kwam mijn metgezel die meegenomen was naar het kasteel boven water; hij had bij een boer overnacht, evenals de anderen. Er waren ook weer moffen in Dinther en vooral in Loosbroek. Er kwam een patrouille Amerikanen uit Veghel, maar deze ging terug, omdat ze ver in de minderheid waren. Daarna kwam een beetje versterking, de ondergrondsen werden ook actief. De Amerikanen hadden gebrek aan zware wapens. Iemand van de ondergrondse uit Berlicum vertelde ons, dat die genoeg in Berlicum aanwezig waren; die moesten hierheen komen. Met tweeën gingen wij erop uit op een gevorderde fiets en dan nog een hele slechte. We bereikten de opgegeven adressen zonder hindernissen; we zetten de zaak uiteen en er werd beraadslaagd. Enkele ondergrondsen uit Berlicum werden bijeengetrommeld, een wagen zou gevorderd worden, en de te rijden weg werd uitgestippeld. lk ging met die mededeling terug naar Dinther. Van 11:30 tot 14:00 uur ging ik op post staan op de plaats waar de wagen zou passeren.