Deel 1
Dinsdag 19 september 1944 deel 1.
De ondergrondsen van Heeswijk-Dinther hadden gerapporteerd dat er zevenhonderd vijandelijke troepen waren in Dinther. Deze kleine gemeente had op de weg gelegen van de route, die het eerste bataljon genomen had na de landing bij het kasteel op 17 september.Op diverse patrouilles, die zich richting kasteel hadden begeven, was geschoten. Het buurtschap Beugt was ongeveer de grens tot waar het eerste bataljon ongestoord patrouilles kon sturen. Kolonel Kinnard vroeg wederom toestemming om een expeditie naar het kasteel te mogen ondernemen, om te zien wat er met de achter geblevenen was gebeurd.In de morgen van 19 september 1944 kreeg de C compagnie, onder leiding van sergeant Bill De Huff, opdracht om op pad te gaan. Ze namen een SCR-300 radio mee om iedere fase te kunnen rapporteren. Frank J. Carpenter werd toegevoegd om de radio te bedienen. Gestart werd vanaf de spoorlijn in Veghel richting noordwest, de verkenners voorop in pelotons-formatie, deze groep werd begeleid door inwoners met hun fietsen die vooruit reden en terugkeerden met informatie. Na enige tijd kwam er een terug en vertelde dat in de nabijheid een machinegeweer was opgesteld, zij bleven uit het schootsveld. De Huff zocht contact met de Duitsers en vroeg om een onderhoud. Een Duitse sergeant stemde in De Huff vertelde hem, dat ze het spits afbeten van een massale aanvalsformatie, ondersteund door artillerie en dat ze spoedig onder de voet zouden worden gelopen. De moed zonk de Duitser in zijn schoenen en blijkbaar dacht hij dat het echt zou gebeuren. Zonder slag of stoot gaf hij en de hele machinegeweer-eenheid zich over. De mannen trokken verder, ongeveer anderhalve kilometer voor Dinther was een verzetshaard van Duitsers. Ook hier waren ze geïnformeerd door de Nederlanders. De Huff bracht de mannen net buiten het schootsveld van de lichte Duitse wapens. Weer zocht hij contact en een Duitse sergeant-majoor ging op zijn verzoek in. De Duitser was net zo oud als De Huff. Ook hij was ontmoedigd, want alle officieren waren verdwenen en lieten hem de zaak opknappen.Hij kon beter de levens sparen zei hij en gaf zich met het hele peloton over. Geen schot was tot dusver gevallen en het was al laat in de morgen.De gevangen werden onder bewaking afgevoerd naar Veghel. Hun oorlog was voorbij. Onwetend van het feit dat tussen de linkerzijde van de weg en het kanaal een vijandige macht van bataljons grootte aanwezig was, die de volgende dag de A en B compagnie zouden treffen, trokken ze voort en bereikten het kasteel.Radioman Carpenter vertelt: 'We trokken het kasteel binnen en De Huff zette mensen uit rondom het kasteel. De ophaalbrug werd opgehaald en we dachten als ze aanvallen dan zullen ze niet zo gemakkelijk binnenkomen. De oude kasteelbeheerder trachtte ons ervan te overtuigen de brug neer te halen, omdat er anders problemen met de brug konden ontstaan. De Huff dacht na en besloot de brug neer te laten.
Hij nam een man met zich mee en trok richting 's-Hertogenbosch. Er was een gerucht geweest, dat zich daar een grote Duitse gevechtseenheid bevond en hij wilde er het zijne van weten.Het bataljon in Veghel was buiten het bereik van de radio. Carpenter klom in de kasteeltoren en trachtte hen te bereiken, maar dat mislukte. Hij ging naar de kasteeltuin die buiten de muren lag en probeerde het nog eens. Opeens had hij contact en hij groef opgelucht een schuttersputje midden in de rozentuin waar het contact was gelegd. In en rondom het kasteel was iedereen relaxed, want in geen velden of wegen was een Duitser te bekennen. Ze maakten een toeristische rondgang door het kasteel. Dave Klinger kwam van zo'n rondgang terug en zei: Mijn God, er is daar een martelkamer. De anderen hadden ook nog nooit zoiets gezien en gingen kijken.
De ambulance, die door de vorige achterblijvers veroverd was, was nog steeds aanwezig, maar kon niet gestart worden. Een aantal mensen werkten er bijna de rest van de dag aan en kregen hem aan de praat, ook de hulpmaterialen waren nog aanwezig.