Deel 1
Vrijdag 22 september 1944 deel 1
Van donderdag op vrijdag was het vrij rustig. Het arme Veghel had helaas te vroeg gejuicht en gefeest. Er was vandaag een hevige strijd in Veghel. Vanuit Erp werd door de Duitsers een aanval gedaan op Veghel. Vanuit de richting Dinther deed het bataljon Vallschirmjaggger Hanke verwoede pogingen om door te stoten, maar vlakbij de spoorbrug in Veghel kwam de aanval tot staan, de weg naar het noorden was echter afgesneden. Veghel had ongeveer drie dagen onder zwaar geschut gelegen van de Duitsers. De weg van Uden naar Veghel was zelfs enkele uren in Duitse handen geweest. Engelse jagers kwamen echter te hulp en de aanval van de Duitsers werd door de Amerikanen afgeslagen.
Het zware geschut van de Duitsers had tot gevolg dat de Familie Raymakers uit Loosbroek zwaar getroffen werd. Deze familie verbleef tijdelijk in het Middegaal te Veghel. Vader Engelbertus, dochter Johanna Ardina Ambrosina en zoon Christianus Engelbertus Adrianus verloren hun leven toen het huis waarin zij verbleven een voltreffer opliep en zij door het puin bedolven werden. De moeder en twee andere kinderen bleven ongedeerd. In de namiddag omstreeks 17:00 uur gingen er geruchten, dat bij het Heeswijks kasteel weer Duitsers opdrongen in de richting Dinther.
De mensen vreesden dat ze door zouden breken dit vermoeden werd nog ondersteund toen de Amerikanen, na een duel met enkele Duitsers in Heeswijk, zich tegen de avond naar Veghel terugtrokken. Veldwachter Bronckhorst uit Heeswijk werd gearresteerd. De mannen uit Dinther en Heeswijk en vooral de jongemannen vluchtten tegen de avond uit het dorp naar de boeren achteraf, omdat ze bang waren door de Duitsers te worden meegenomen. Zelfs oude mannen van zestig, zeventig jaar vluchtten weg. Christ Habraken voelde zich thuis ook niet veilig en bracht de nacht door in de schuur van Martinus van Lokven in het Zand. Daar waren minstens vijfendertig vluchtelingen, ook vrouwen en kinderen waren daarbij. Men sliep gezamenlijk in het stro.
De Amerikanen namen vandaag uit Heeswijk mee: een fiets en honderdvijftig pond druiven van F. v. Oorschot, een fiets en een deken van J. v. Aspert en uit Dinther de fietsen van Th. v. Eerd, J. v.d. Boom en J. Dortmans. Mike Nooijen, een Nederlandse verzetsman, en sergeant Chester Brooks waren onderdeel van een groepje, dat op 22 september 1944 terugging naar Heeswijk-Dinther waar een wegblokkade was opgezet door de mensen die achtergebleven waren om rugdekking te geven. Deze mensen hadden de gehele dag onder vuur gelegen. Brooks was gestuurd om deze mensen op te halen. Mike Nooijen, twintig jaar oud, zat in de truck die de berijder de vorige avond gevorderd had. Hij schreef: "lk zat naast de chauffeur om hem te begeleiden.
Net voordat we de kanaalbrug wilden oversteken kwamen we onder vuur, maar werden niet geraakt. In Heeswijk rustten we even, maar niemand had echt rust. Bij het oude gemeentehuis kwam elk uur de gemeentesecretaris met zijn fiets vertellen waar de Duitsers zich bevonden. Het werd donker, maar we moesten nog enige kratten munitie ophalen bij de brug. Een officier rende om het laatste krat op te halen en wij vuurden over zijn hoofd. Hij kwam terug en gooide het krat in de truck. Er kwamen tanks aan. Granaten werden afgevuurd.
De verzetsmensen gooiden hun Duitse geweren weg en wij namen ze mee in de truck. Opeens kwam een bevel van een officier. Weer moesten we terugtrekken. lk voelde dat als een vernedering. De chauffeur gaf plank gas en we bereikten Veghel". Heeswijk en Dinther waren voorlopig weer aan hun lot overgelaten. Een Duitse tank kwam uit Berlicum tot Bert Verhoeven en werd veroverd.
De Amerikanen dreven de Duitsers terug met buitgemaakt Duits luchtafweer. Tegen de middag kwam het bericht: "Heeswijk en Dinther worden prijs gegeven" Een gedeelte van de Amerikanen zou naar Schijndel trekken; de rest ging naar Veghel terug. Waarom houden ze de corridor toch zo smal? De ontsteltenis bij de bevolking was groot en er dreigde paniek uit te breken.
Het volk wilde mee naar Veghel, maar de Amerikanen hielden de mensen hiervan af. In de voormiddag was de stemming onder de bevolking nog behoorlijk goed geweest. Nadat een kapitein met Schijndel had getelefoneerd en er geen versterking was komen opdagen, verliet de commandopost omstreeks half twee het gemeentehuis in Heeswijk en vertrok naar Schijndel.
De ondergrondsen kregen opdracht zich naar Veghel te begeven. Sommigen voldeden daaraan; anderen doken onder in Loosbroek. Al spoedig kwamen de voorposten van de Duitsers langs het kasteel vooruitgeschoven. Een en ander was het werk van de "witte dame", die sedert zondag geregeld van Berlicum naar Heeswijk fietste.