L. (Willem) v. Kessel

Lambertus Wilhelmus (Willem) van Kessel 

Hij kreeg de roepnaam Willem, afgeleid van zijn tweede doopnaam, het geen wel meer voor kwam. Zijn vader was Theodorus van Kessel en zijn moeder droeg de naam Johanna van Dijk.

Zij kregen acht zonen, te weten:

Lambertus Wilhelmus Willem geboren op 07-11-1878

Johannes Hannes geboren op 22-09-1880

Lambertus Bert geboren op 02-10-1882

Petrus Piet geboren op 14-04-1884

Adrianu Janus geboren op 04-03-1889

Antonius Toon geboren op 04-04-1890

Martinus Tinus geboren op 14-12-1892

Piet en Willem woonden later in Dinther en de anderen in Vorstenbosch. Willem werd op 07-11-1878 te Nistelrode, in het kerkdorp Vorstenbosch, geboren en trouwde op 09-05-1910 met Hendrica Dortmans, geboren in Dinther op 03-11-1879 en gestorven in Dinther op12-06-1958.

Zij bewoonden rond 1910 een klein boerderijtje in de Torenstraat te Dinther. Daarna woonde en boerde er Leonardus (Naris) van Roosmalen. Later gingen ze wonen op een boerderij aan de Heisewal te Dinther, alwaar hij eerst alleen met zijn vrouw en later met zijn kinderen een gemengd boerenbedrijf verzorgde. Het echtpaar kreeg drie dochters en twee zonen, te weten:

Johanna, geboren op 12-04-1911

Martina, geboren op 27-04-1912

Theodorus, geboren op 07-05-1913

Egilius, geboren op 14-08-1914

Lambertha, geboren op 21-01-1918

Op zondag 18 februari 1945 liep

 

 

 

 

Willem zoals meermaals te voet naar de hoogmis van tien uur in Vorstenbosch. Zijn sociale en kerkelijke betrekkingen behoorden meer bij Vorstenbosch dan bij de parochie Dinther, waarvan hij officieel deel uitmaakte. Een groot deel van zijn familie woonde in Vorstenbosch. Na de heilige mis werd er bij de

kerk met bekenden wat bijgepraat en een sigaar opgestoken; zo ook deze zondag. Na afloop van de conversatie stapte Willem weer te voet op weg om in de dikke mist van die dag naar huis te lopen. Hij koos als laatste deel van de terugweg de zandweg, zijnde een karrenspoor met fietspad, door het veld. De zandweg begon bij de familie Van de Velden aan de weg naar Loosbroek en liep langs de boerderij van Hendrikus (Driek) Zomers en kwam uit bij Louis (Wieske) van den Heuvel. 

 

Zijn plan was om de Oude beemdse weg over te steken en over de brede zandweg door de Dintherse bossen zijn boerderij aan de Heisewal te bereiken. Maar voor hij de Oudebeemseweg bereikte werd hij geveld door het ontploffende oorlogstuig. Hij heeft de V-1 wellicht horen aankomen en het motorgeluid horen stoppen. Door de mist heeft hij het gevaarte niet zien aankomen, dat hem van achter naderde en waarvoor hij onmogelijk had kunnen vluchten. De ontploffing en zijn verwonding zijn hem plotseling overkomen. Het gebeurde enige honderden meters vóór de boerderij van Louis van den Heuvel, waar de V-I ongeveer vijftig meter van hem vandaan ontplofte en een groot gat in de grond sloeg. De zonen van Van den Heuvel en Zomers snelden toe, maar konden de zwaargewonde man niet helpen. Zij waarschuwden het gezin en de geneeskundige hulp. Zijn dochter Bertha snelde als eerste van het gezin toe en vond haar vader zwaar gewond op de grond liggen. Een uur later bracht een militaire jeep, een Rode Kruisvlag voerend, hem op een brancard over de slechte zandwegen naar het ziekenhuis in Veghel. Bertha vergezelde haar vader in de jeep. Helaas overleed Willem tijdens de rit naar Veghel. Hij werd op het kerkhof van de parochie Dinther begraven. Zijn graf is nog verzorgd aanwezig.